Bij het begin van de Coronavirus-crisis zaten veel mensen die niet de Belgische nationaliteit hebben, maar wel een verblijfsvergunning in België of mensen met twee nationaliteiten, vast in het buitenland zonder de mogelijkheid om hun land van verblijf te bereiken. De Belgische staat is van oordeel dat deze persoon, hoewel hij een heel jaar in Marokko heeft verbleven om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil, de regels met betrekking tot zijn verblijfsvergunning heeft overtreden en er dus geen aanspraak meer op kan maken. Eens te meer zijn we getuige van een onaanvaardbare situatie die verband houdt met een absurd en onmenselijk migratiebeleid!
Transcriptie van getuigenis :
Hallo, mijn naam is … Ik ben van Marokkaanse afkomst, mijn echtgenote is Belgische.
Aangezien ik in Marokko was tijdens de Corona, de grens was gesloten, ben ik daar een jaar gebleven.
Toen ik terug naar België kwam, hebben ze me op de luchthaven opgepakt omdat Ik was afgescreven in mijn gemeente. Ze stuurden me naar het gesloten centrum genaamd 127. Ik bleef daar vijf maanden. Ik moest naar de rechtbank. Ik ben drie keer naar de rechtbank geweest. De rechtbank liet me vrij maar de Dienst Vreemdelingenzaken, ze gingen in beroep, in beroep… ze zeiden dat ik terug moest naar Marokko, ik had geen recht om in België te blijven.
Ik moet terug naar Marokko, ik heb niet het recht om in België te blijven. Ik heb twee kinderen.
kinderen, ik heb een meisje, ik heb een jongen. Een meisje van 4 jaar, een jongen van 6 jaar.
Ik zit nu vast. Ze hebben me overgeplaatst naar een ander centrum: Vottem, in Luik. Ik zit vast tot nu,
Ik zit al vijf maanden in het centrum, ik ben depressief, ik denk aan mijn kinderen, ik voel me helemaal niet goed.
Ik weet niet wat de oplossing is om hier weg te geraken, zoals ik u al zei, ik ben naar de rechtbank geweest en de Dienst Vreemdelingenzaken heeft me niet laten gaan.Ik weet niet wat de oplossing is om hier weg te geraken, zoals ik u al zei, ik ben naar de rechtbank geweest en de Dienst Vreemdelingenzaken heeft me niet laten gaan.
Ik ben bij de rechtbank geweest en de vreemdelingendienst heeft me niet laten gaan. Ik heb het recht om eruit te komen.
Ik heb twee kinderen op mijn naam, ik ben getrouwd met een Belgische vrouw, ik weet niet wat ik moet doen.