Om te kunnen deporteren heeft Vreemdelingenzaken een laissez-passer (doorlaatbewijs) nodig van de ambassade van het land van herkomst. Vreemdelingenzaken doet er alles aan om dit te bemachtigen,en soms in strijd met de wet (de wet is de wet, maar niet voor iedereen!).
Een man, afkomstig uit Zimbabwe, werd opgesloten gedurende meer dan 4 maanden. Op het moment dat hij werd gearresteerd, was hij op bezoek in Brussel en wilde hij naar het Verenigd Koninkrijk. Vreemdelingenzaken heeft er alles aan gedaan om hem proberen uit te zetten. De ambassade van Zimbabwe geeft nooit laissez passer bewijzen: hij werd voorgesteld en overgebracht naar de ambassade van Angola, Guinee en de Democratische Republiek Congo. Geen enkele ambassades kon bevestigen dat hij afkomstig was van hun land. De man werd wanhopig en vroeg hem terug te sturen naar zijn land. Hij was Europa hartstikke beu. Hij werd uiteindelijk vrijgelaten met een BGV.
Een vertegenwoordiger van de ambassade van de DRC ging naar het gesloten centrum 127bis, met vooraf getekende laissez passer’s onder de arm. Hij kwam om de mensen “te identificeren”. De mogelijkheden om de mensen uit te zetten naar Kinshasa waren klaar voordat hij de betrokkene ontmoet had. Volgens verschillende getuigenissen kon hij de dossiers van de asielaanvragen inzien om de mensen te identificeren. Voor politieke opposanten betekent een uitzetting naar hun land op zijn best mishandelingen bij hun aankomst in Kinshasa, in het slechtste geval een lange opsluiting in gevangenissen of een “verdwijning”…