Vader werd naar Iran uitgezet, moeder verblijft in een ziekenhuis in Mechelen en hun zoon van 3 jaar en half is in shock.en worden altijd bedreigd met een uitzetting naar Iran
Meneer Muhamed Ali, zijn vrouw Shirin en hun zoon Parsa ontvluchtten meer dan een jaar geleden Iran omwille van vervolging. Ze ontdekten dat Shirin (en anderen) met betrekking tot activisme op een lijst met gezochte mensen stond in Iran. Ze ontvluchtten Iran met die andere mensen. Sommige van hun vrienden belandden in Engeland waar ze asiel kregen.
De familie diende zelf een asielaanvraag in in België maar die werd zeer snel geweigerd niettegenstaande het duidelijke bewijs van vervolging in Iran. De familie werd met het oog op hun uitwijzing in een terugkeercentrum in Tubize ondergebracht. Omdat ze wisten dat hun levens in gevaar waren bij een terugkeer naar Iran, verlieten ze hun huis en doken ze onder.
Mohamed werd op 5 juni gearresteerd en naar het gesloten centrum van Merksplas overgebracht.
De Dienst Vreemdelingenzaken probeerde hem op 20 juni voor een tweede keer te deporteren. Hij weigerde (zie hier interview) omdat hij zijn vrouw en zoon niet alleen wou achterlaten en bovenal omdat hij wist wat hem in Iran te wachten stond.
Hij werd met vastgebonden handen en voeten aangeleverd. “Eerst werd hij in een isolatiecel geplaatst, daarna in een busje en vervolgens op het vliegtuig gezet. Hij riep dat hij niet wou gaan. « Ze staken toiletpapier en doekjes in zijn mond zodat hij niet meer zou schreeuwen. Ze sloegen zijn hoofd tegen de zitjes »
De boordcommandant weigerde hem gezien zijn toestand aan boord te houden. “De piloot weigerde dat hij op het vliegtuig zou blijven. Hij kon duidelijk zien dat hij er slecht aan toe was en dat hij op de vliegtuig het leven zou kunnen laten.”
Hij werd in een verontrustende toestand terug naar Merksplas gebracht. Alle getuigen bevestigen de slechte toestand waarin hij zich na zijn uitwijzingspoging bevond: gezwollen gezicht, rode en gezwollen – als ze al niet gebroken waren – armen, moeilijk gaan… Een bundeling van de getuigenissen volgt nog.
Verschillende medegevangenen, zijn advocaat, verschillende verenigingen en vrienden planden klacht in te dienen maar de nodige vaststellingen en getuigenissen konden niet gedaan worden omdat Muhamed Ali de volgende dag in isolatie werd geplaatst voor een nieuwe uitwijzingspoging op 23 juni.
Het lijkt er op dat alles in het werk werd gesteld om die vaststellingen en klachten tegen te houden. Sommigen werden door de federale politie (via telefoon) onder druk gezet: een dokter die vroeg om het centrum te mogen bezoeken, ontving een oproep van de federale politie die hen dit sterk afraadde. De luchthavenpolitie maakte een verslag van de uitwijzingspoging dat stelt dat “ze Mohamed enkel op het vliegtuig ‘zetten’ om hem daar aan drie Turkse agenten te overhandigen.”
Derde uitwijzingspoging op 23 juni: terugkeervlucht Brussel-Teheran
Op 23 juni volgde een nieuwe poging tot deportatie onder escorte en met geweld naar Istanbul en vervolgens Iran. Zijn handen en voeten werden geboeid en hij kreeg een kap over het hoofd. De Iraanse autoriteiten weigerden hem tot het grondgebied toe te laten omdat hij paspoort noch laissez passer bij had. Dus werd hij ’s nachts terug naar Istanbul en vervolgens Zaventem gebracht.
Vierde uitwijzingspoging op 24 juni: opgesloten in Teheran
Na de terugkeervlucht Brussel-Teheran van 23 juni hielden ze hem op de luchthaven vast in afwachting van een andere vlucht. Op 24 juni keerde hij al terug naar Teheran over Istanbul. Op 25 juni kreeg hij de toelating om zijn familie te bellen en waarschuwde hen dat hij in de gevangenis zat… Sindsdien werd hij vrijgelaten en blijft onder strikte contrôle (dit volgens sommigen om zijn vrouw te lokken).
Shirin, de moeder, werd aangehouden en dan naar het ziekenhuis overgebracht
Na het barbaarse dat men haar man aandeed, begaf Shirin zich op zondag 24 juni op aanraden van een rechter naar het politiekantoor van Zaventem om er een klacht in te dienen. Ze schreef haar klachtenbrief in het Farsi (ze kreeg nooit de hulp van een tolk) en werd dan gearresteerd en in een isolatiecel geplaatst. Het lijkt er op dat men haar onder druk wou zetten om zo ook haar zoon te pakken te krijgen en beiden te kunnen deporteren. Na vier uur opsluiting werd Shirin uiteindelijk vrijgelaten en vroeg de politie haar een bevel om het grondgebied te verlaten (in het Vlaams en nog steeds zonder tolk) te ondertekenen wat ze weigerde. In haar wanhoop trachtte Shirin zichzelf van het leven te beroven en zo belandde ze in het hospitaal.
Parsa, de zoon van 3 jaar en half werd door vrienden opgevangen en verkeert in een diepe shocktoestand.
De advocaat tekende bij de Raad voor Vreemdelingenzaken beroep aan tegen de weigering van de asielaanvraag van Muhamed Ali en zijn vrouw Shirin. Hij diende ook klacht in op basis van het materiaal dat zij in haar bezit heeft.
Het lijkt er op dat ze doorzetten. Vreemdelingenzaken nam contact op met het ziekenhuis en vroeg naar de gezondheidstoestand van Shirin en wanneer ze het ziekenhuis mocht verlaten. Alle kennissen van de familie worden ook onder druk gezet door de federale politie. Ze hebben de indruk dat Vreemdelingenzaken moeder en zoon absoluut in handen wil krijgen om ze te deporteren.
Het mag duidelijk wezen dat het lot van de familie bij terugkeer naar Iran meer dan onzeker.
We vragen de autoriteiten dan ook om een einde te maken aan deze zaak en met Iran contact op te nemen om Muhamed Ali te repatriëren opdat hij met zijn vrouw en zoon verder in ons land kan leven.