Wat te doen?
18 maart 2012, Vottem, de federale politie gaat er tegenaan, 2 waterkanonnen versperren de weg, heel wat robocops in en rond het asielcentrum, politie in burger overal, een helikopter bij de manifestatie.
Reeds bij aanvang leren we dat rugzakken door de politie verboden waren en elke daad die de openbare orde kan verstoren met onmiddellijke aanhouding beantwoord zal worden. De clowns moeten hun identiteitskaart geven omdat ze iets moeilijker te identificeren zijn.
Op het einde maken we van onze rugzakken buiktassen en zetten we volgende slogan in: “Bevrijd de rugzakken!”
Een brave mars, goed in het oog gehouden door de helikopter en de infiltranten. Bekijk de familiekiekjes hier.
Aan het centrum de klassieke slogans, gezang, enkele slagen op de toegangspoort, zeer vlug tegen gehouden door de politie en de organisatoren.
Na een klein uur verschijnen de 2 waterkanonnen begeleid door combi’s en robocops klaar om aan te vallen. De waterkanonnen kijken de manifestanten aan, de zwaailichten goed zichtbaar.
In het centrum staan robocops ostentatief klaar om ons te grijpen als sommigen het gekke idee zouden krijgen om net als vorig jaar in het centrum te proberen geraken.
De organisatoren roepen op om iets verder terug samen te komen om het spreekkoor te aanhoren. Een kleine honderd manifestanten blijft achter en zet zich op de weg neer oog in oog met de waterkanonnen. Die rijden steeds dichter naar hen toe.
De menigte verspreidt zich, keert rustig huiswaarts en laat enkele tientallen personen achter oog in oog met de waterkanonnen en gehelmde en tot op de tanden gewapende agenten.
We horen “je moet niet provoceren”, “laten we vertrekken”, “wij zijn pacifistisch”, “wij hebben geen zin om ons voor niets te laten arresteren”, “er is niets meer te doen”, “we moeten niet ingaan op hun provocaties”.
Maar hoe vaak gaan we hen laten doen?
En die vriendelijke organisatoren die hier of elders de woede van hun goede leden proberen in te tomen?
En zij die de laatste protestanten tegen de provocaties overlaten aan de genade van welke politiële ‘vergissing’ dan ook, die de opgeslotenen geconfronteerd met dagelijkse repressie aan hun lot over laten?
Wat gaat er van ons worden als we het alomtegenwoordige staatsgeweld blijven aanvaarden?
Gaan we hen blijven laten doen, weglopen als de politie zich nog maar laat zien, in naam van de geweldloosheid, in functie van onze persoonlijke veiligheid?
Waarom zijn we daar aan beland, waarom verdwijnt de solidariteit geconfronteerd met dergelijke repressie?
Solidariteit met zij die in gevangenschap elke dag met repressie te maken krijgen, solidariteit met zij die de waterkanonnen trotseren, solidariteit tegen de overheidsrepressie?
We komen er niet op die manier!!
De solidariteit is dood zeg ik je, en we zitten allen vast in het “ieder voor zich”-stramien.
“Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik gezwegen; ik was immers geen communist.
Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat.
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen vakbondslid.
Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd; Ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen was er niemand meer, die nog protesteren kon.”