Audio getuigenis van een man die een poging tot uitzetting (naar een land dat niet eens het zijne is) heeft overleefd, terwijl hij door de politie werd gemarteld in het vliegtuig en in het busje nadat hij was uitgestapt na protesten van de passagiers.
Deze praktijken zijn gebruikelijk en worden zorgvuldig verborgen gehouden. De persoon heeft weinig mogelijkheden om een klacht in te dienen en de politieagenten laten zich leiden door hun gewelddadige neigingen, zonder daarvoor gestraft te worden.
Hier volgt een fragment:
“Then I saw them talking to themselves, and talking to me as well, that, yeah “You can come back anytime you want.” I said; “It’s not a problem of me coming back anytime I want. The problem is where you’re taking me is not where I belongs to. So, it’s really, really, really not good feelings for me.” So, from there, I start to get scared, because of the movement they are doing there.
They start to show me another face, not the same face they had for me when they were with me in the immigration room. I see different faces, all of them. The talking was different.
So, I get scared. “
Transcriptie in het Nederlands:
Die dag had ik niet verwacht dat ik gemarteld zou worden. Ik zou gemarteld en mishandeld worden, en geweld meemaken. Ik dacht er niet aan, ik zat gewoon in de immigratiekamer te wachten tot ze zouden doen wat ze doen, omdat ze zeiden dat ze me naar een land wilden brengen waar ik niet thuishoor, waar ik niet vandaan kom, waar ik niet ben geboren.
Toen probeerde ik hen ervan te overtuigen dat ik daar niet vandaan kom, maar ze zeiden nog steeds: nee, je komt daar vandaan. En toen zei ik: wat bewijst dat ik daar vandaan kom? Ze konden me geen concrete redenen geven. Ze zeiden: “Ja, we moeten je meenemen, omdat, ja, dat moeten we.”
Dus, na enkele minuten zag ik mezelf, zag ik dat ze iets vasthieden dat leek op een tas, een soort kogelvrije tas met veel sloten. Dus, toen ik dat zag, mijn hart, ik ademde gewoon in. Ik heb alles toegelaten wat op me stond te wachten, ik was heel kalm. Ik zei tegen hen, ja, als ik ga, zullen ze zien dat ik niet vandaar ben, dan brengen ze me terug. Dan zeiden ze: “Oké, geen probleem, laten we met ons werk beginnen.” Dan hebben ze dat ding om me heen gedaan, als een soort doek dat ze over me hebben gelegd, en ze zeiden dat ik mijn hand in de zak moest zetten, dat stak ik mijn hand in de zak en sloten ze hem af.
Maar, eens het op slot was, was ik gewoon aan het zitten, wachtend op hen, voor een redelijk lange duur. Opnieuw zat ik daar alleen, sprak ik met mezelf, in stilte. Ik zei, wat zal er hier gebeuren? Wat is hier aan de hand? Dan, daarna zeiden ze me, oké, kom met ons mee, laten we vertrekken.
Ik volgde ze. Ik zat in de wagen, ze namen me mee en toerden rond de luchthaven. Toen kwamen we bij het vliegtuig aan.
Dus, ik zag het vliegtuig en ging richting het vliegtuig met hun, en zat neer. Toen zag ik ze met elkaar spreken en met mij spreken, en zeiden: “Je kan terugkomen wanneer je wilt”. Ik zei: “Het is geen probleem voor mij om eender wanneer terug te komen. Het probleem is dat jullie me ergens naartoe brengen waar ik niet thuishoor. Dus ik voel écht, écht, écht niet goed”. Vanaf dat moment begon ik bang te worden, vanwege de bewegingen die ze daar maakten.
Ze beginnen me een ander gezicht te laten zien, het was niet meer het gezicht van in de immigratiekamer. Ik zie andere gezichten, ik zie ze allemaal. Ze spraken op een andere manier.
Ik word bang. Ik word heel, heel bang, want dit is niet iets wat ik aan mensen ga vertellen. Het is niet grappig, het is echt heel, heel, heel gek.
Ja, het heeft te maken met terrorisme. Als ze zeggen dat iemand een terrorist is, ja, de manier waarop ze met hem omgaan, ja, zoiets. Ik zag mezelf niet als iemand die de misbruik maakt van de samenleving, of als een terrorist, of als een crimineel.
Zo zag ik mezelf niet. Dus, de behandeling die ze me lieten ondergaan, maakte me echt bang en gaf me het gevoel dat ik geen mens was, en het deed me ook voelen dat ik, wanneer dit alles gedaan zou zijn, dat ik niet meer normaal zou zijn. Begrijp je me? Dus het deed me echt pijn.
Het maakte me echt bang. Het is alsof iemand met een mes in mijn… Me vastbindt, mijn benen, mijn handen, en een mes in mijn nek zet en me snijdt. En ik zei elk woord, en de persoon luisterde niet, en doodde me toch.
Dit is alles wat ik voelde. Ik wil niet dat deze dingen blijven bestaan. Het is echt niet oké.
Omdat voor mensen, eigenlijk, onze geest onze geest is. We bewegen met onze geest. Dat is waarom we een geest hebben. Dus als de geest niet goed kan denken, dat het zich niet goed kan voelen, dat je enkel paniek, paniek, paniek, paniek, voelt, op het einde van de dag is dat slecht. Want als iets heel eng is, misschien gaat het je niet dooden, maar misschien kan je ergens in vallen, of val je in een gat omdat je bang bent. En voor de mensen, voor de hele wereld, weet je, voor overal, iedereen, ik zou niet willen dat iemand dit meemaakt
Want voor mensen geldt eigenlijk dat onze geest onze geest is. We bewegen ons met onze geest. Daarom hebben we een geest. Dus als deze geest niet goed kan denken, als hij zich niet goed kan voelen, als je alleen maar paniek, paniek, paniek, paniek voelt, dan is dat uiteindelijk slecht. Want als iets echt eng is, is het misschien niet iets dat je doodt, maar misschien val je ergens heen, of val je in een gat omdat je bang bent. En voor de mensen, voor de hele wereld, weet je, voor overal, voor iedereen, ik zou niet willen dat iemand dit meemaakt.
Omdat het een kwestie van leven of dood is. Dat is wat ik zie, hoe ik het beschrijf. Toen ik in het vliegtuig was zeiden ze, ja, je moet, we moeten je verstoppen voor de andere passagiers.
Ik vroeg waarom? Ik ben ook een passagier. Oh, wat is er? Hij zei: “Ja, omdat je het op deze manier beschrijft zullen we je opsluiten. Ja, je moet je hoofd naar je stoel buigen.”
Ik zei, oké, geen probleem. Dus, ik buig mijn hoofd naar mijn stoel neer. Dan, na enkele minute, misschien vijf minuten, was het nog niet genoeg.
De man zei me, de politieagent zei me, dat ik lager moest gaan liggen. Ik zei: “Ik kan niet lager, ik heb rugproblement. Ik kan niet lager zakken”.
Het is genoeg omdat ik zo enkele minuten bleef zitten. Nu zeg je me nee, dat ik weer naar beneden moet. Dat kan ik niet.
Dus toen zei hij, ik zal het je laten zien. Hij hield mijn hoofd vast. De ander die naast hem zat hield mijn rug vast en duwde me naar beneden, totdat mijn gezicht beneden was.
Beneden, laag, onder mijn benen, bij mijn stoel, de voorstoel. Ik probeerde een beetje weerstand te bieden, maar daarna kon ik me niet meer verzetten. Ik zei, alsjeblieft, ik kan niet meer ademen.
Het was te moeilijk voor me. Mijn rug deed me echt zeer. Hij zei: “Ja, gewoon voor enkele minuten, eens het vliegtuig vol zit, laten we je recht zitten.” Of eens het vliegtuig vertrokken is, zullen we je laten. Ja, hij zei: “Eens het vliegtuig in de lucht is zullen we je recht laten zitten.” En stel je voor, 30 minuten zijn al bijna voorbij, of hoeveel minuten? En zo zit ik.
Dus, ik kon het niet, totdat het bloed uit mijn mond op de jeans loopte dat hij toen droeg. Het was de rechterkant, de persoon die me vasthield. Dan zei ik, alstublieft, alstublieft, ik kan niet meer.
Laat me gewoon recht zitten en een beetje ademen, dan kan ik weer naar beneden. Of zet me terug in dezelfde positie als ervoor, niet nu, deze positie, deze positie kan ik niet. Vanaf dan heeft de andere persoon zijn elleboog gebruikt.
Hoe kun je je elleboog gebruiken om iemand’s rug neer te duwen? Het is niet mogelijk. Het betekent dat je de persoon slaat. Dus ik voelde enkel een stoot in mijn rug.
Iemand slaat me met zijn elleboog in mijn rug en duwt tegelijkertijd mijn nek naar achteren. Terwijl mijn handen op mijn heupen worden vastgebonden, dicht tegen elkaar, en de veiligheidsgordel van het vliegtuig ook om mijn lichaam wordt vastgemaakt. En de twee kanten waar je het naar beneden moet brengen, waar je, als je in het vliegtuig zit, jezelf kunt ontspannen.
Als er twee kanten zijn waar je je armen kunt ontspannen. Ook deze werd naar beneden geduwd. Dus ik had echt veel pijn.
En mensen zagen me, want ik zie mensen naar die kant lopen waar ik was, zowel rechts als links. Ik hoor de voetstappen van mensen. Ik zie hun benen, maar ik kan hun gezicht niet zien.
Ik hoor mensen zeggen: “Ah, waarom, waarom, waarom dit? Waarom dit? Waarom doe je dit? Waarom behandel je deze jongen zo? Ik kom hier langs om naar toilet te gaan. Ik kom terug. De jongen is nog steeds zo. Hij heeft pijn daar. Hij is geen bagage. Hij is geen bagage die je naar beneden moet duwen. Hij is een mens. Je kan hem niet zo buigen. Als je hem zo buigt, denk je dat je zo kan stappen? Nee, zet hem recht. Laat hem zitten.”
Ik hoor stemmen, blah, blah, blah. Ze vertrekken.
Andere personen komen. Ze zien me. Ze spreken.
Andere personen spreken, spreken. Veel mensen. En vanaf dan zeiden ze, nee, ze laten me niet los.
Dus ik probeer mezelf ook recht te zetten. Ze duwen me neer. Ik probeer mijn hoofd naar boven te brengen.
Ze duwen me neer. Dan, aan het einde, wurgen ze me met hun armen rond mijn nek. En ik zei: nee, nee, nee, nee, nee, nee.
Ik probeer te spreken, maar ik denk dat als ik spreek, mijn geluid, mijn stem niet uitkomt. Omdat ik echt mijn stem kwijt was. Dus toen de mensen dat hoorden, omdat mijn stem eerst anders was, mijn stem was veranderd.
Dus zijn ze terug gekomen om met hun te praten. Ze bleven aandringen. Ze probeerden met hun te vechten.
Ze probeerden, ja, de politie aan te vallen in het vliegtuig. En de politie ziet dat, nee, het te veel is. Op dat moment was het vliegtuig vol en was alles afgesloten.
Het vliegtuig wilt vertrekken. Dus de piloot moet alles stilleggen en alles openen, de deuren opnieuw openen. Van daaruit hebben ze me meegenomen.
Toen ze me probeerden recht te zetten kon ik niet staan. Ik was naar beneden gebogen. Ik was gebogen toen ik recht stond, ik voelde te veel pijn.
Ik kon het niet. Ik moest op mijn zij gebogen blijven. Dus hielden ze me vast om de stappen naar beneden te gaan.
Dan val ik neer. Dus, ik zeg, ah, ik schreewde. Ik zei, ah, waarom val ik neer? Jullie hielden me vast en duwden me.
Ze zeiden, ja, we duwden je niet. Dan hebben ze me opnieuw opgepakt. We deden de laatste stappen van de trap.
Naar beneden, mij in de auto duwen, op me stappen. Ik zei: “Ah je wilt me dood?”. Toen gingen ze zitten, praatten onzin tegen me, beledigden me en vertelden me hoe erg het was. Ik staarde ze enkel aan, want ik was niet meer helemaal mezelf.
Ik weet niet waar ik was. Omdat ze aan het spreken waren kon ik niets zeggen. Ik was stil.
Ik wilde spreken maar toen ik begon met spreken, kwamen mijn woorden er niet uit. Dus zat ik daar zo, lag ik neer in de auto. Ze namen me terug naar het bureau van het vliegveld.
Ze hielden mijn linker en rechter hand vast omdat ik niet kon stappen. Dan hebben ze me in de kamer laten vallen, de camera kamer, een kleine ruimte. Ik was er voor een tijdje, liggend, probeerde enkel te ademen.
Ik zei, ik heb een dokter nodig. De dokter kwam en onderzocht me. Nadat ze weg waren, vroeg hij of ik soms niet kon ademen.
Ik zei dat ik het niet wist omdat ik een beetje pijn had in mijn rug. Maar ik kan nog veel dingen doen. Mijn rugpijn kan niet komen omdat ik niet elke dag pijn heb.
Nee, ik werk hard maar heb geen rugpijn. Dus, omdat ze me in die positie hebben gezet, dat is waarom ik niet kon ademen. De dokter zei: “Oké, ik moet vertrekken” en hij is vertrokken.
Dus, deze dingen zijn echt, echt eng. Het doet iets met me, ja, ik was dood en dan ben ik opnieuw wakker geworden. Door al die tijd in het vliegtuig was ik erg, erg vermoeid.
Ik was moe. Ik was heel moe, heel, heel moe. Ik kon niets meer doen.
Ik zei, what the fuck? What the fuck? Jullie willen mensen vermoorden of wat? What the fuck? Wat is dit voor een behandeling? Het was te veel mishandeling, the veel geweld. Omdat ik al zwak was. Dus, toen ik werd geslagen, wist ik niet wie me sloeg.
En ik, ik voelde enkel de pijn en schreewde. Dus, op het einde van de dag, werd ik echt gek. Het deed iets met me, ik kon niet meer redelijk denken.
Ik weet niet wat het is. Ik weet niets. Ik was gewoon bewustenloos.
Ik was gewoon, de jongen is al dood. De jongen is dood. Ik was gewoon, ik was laag.
Ik heb soms nog slechte gevoelens weet je? Hoe zal ik het uitleggen? Het zijn van die gedachten die door mijn hoofd schieten, snap je? Dingen die ik heb meegemaakt, elke, elke, elke… Ik kan niet meer dan twee uur van mijn leven hier in het centrum (Merksplas) beschrijven. Nu schieten ze gewoon door mijn hoofd. Dan probeer ik ze los te laten, want ze maken me gevoelloos.
Ik ben gelukkig. Ik dank God, mijn leven. Maar, weet je, de energie die ik heb, ik, ik ben iemand die, ik weet niet hoe ik het moet uitleggen, maar ik ben erg sociaal, snap je? Maar nu heb ik een andere energie in me, geen goede, eerder eng, eng, snap je? Dus, dat maakt dat ik niet spreek, ik spreek niet, ik spreek niet met mensen die met me willen spreken.
Maar soms zeg ik één, twee, drie, vier, of vijf dingen, dan loop ik weg, ik wil de conversatie niet verderzetten. Ik kan niet zeggen dat het daarom is dat, vanwege hem, vanwege haar, nee. Soms, weet je, de politiek is altijd, altijd corrupt, weet je? Want als je er niet binnen zit, dan weet je niet wat erin gebeurt.
Maar als je binnen bent, is het altijd, altijd corrupt. Het is nooit, nooit eerlijk. Omdat er mensen zijn die hun ziel aan iets anders hebben gegeven, snap je? Dus, als je je ziel geeft, dan ben niet niet meer in de cirkel met de andere mens, begrijp je? Je bent in een andere cirkel.
Maar dat geldt niet voor iedereen. Er zijn ook mensen die god vrezend zijn en dat niet doen. Maar de meesten zijn zo.
Ze zijn corrupt omdat ze hun ziel hebben afgegeven. Ze hebben hun ziel verkocht aan een andere samenlevening, waarbij, ja, die cirkel, zo is het. Ze moeten het zo doen, wat dan ook, oké? Maar andersom, zoals ik al zei, draait deze politiek helemaal om geld.
Omdat dit immigratie ding hier, dat gaat allemaal om geld, oké? Ik kan niet zeggen dat het om racisme gaat. Dat weet ik niet, maar het draait rond geld. Het draait allemaal om geld.
Het gaat om geld, want er komt geld binnen omdat er meer immigratie is, oké? Maar als er minder immigratie is, komt er geen geld binnen. Dus moeten ze laten zien dat we aan het werk zijn. En volgens mij is dat echt niet goed.
Maar ik kan dat niet veranderen. Ik kan proberen iets te doen, om het te veranderen. Maar ik kan het niet veranderen, want waarom? Waarom ik het niet kan veranderen is omdat, als alle landen in de wereld, gaan zitten en praten over de realiteit, niet de ijdelheid.
Ja, iedereen zit neer en praat over realiteit en niet over ijdelheid. Maar het is moeilijk omdat de meeste van deze mensen geen president zijn. We noemen ze niet, ik, ik kan niet zeggen dat ze president zijn.
Ze zijn slecht, dat kan ik met zekerheid zeggen. Omdat het hart dat ze hebben een ander hart is. Want als ze iets doen: “Oh, what the fuck, wat gebeurt er?”. Dan zou elke president van elk land het juiste doen.
“Oh ik wil niet dat je mensen van mijn land stuurt. Ik wil dit niet. Doe het niet.”
Het zijn onderhandelingen. Maar de meeste landen, de president, zijn corrupt. Zoals de meeste landen werden ze gekoloniseerd door andere landen.
Dit is het probleem dat vandaag is ontstaan. Daarom, ja. Daarom is dit een groot probleem.
Omdat de meeste landen door andere landen zijn gekoloniseerd. Dus het is alsof jij mijn leider bent. Oh, ik ben jouw leider.
Oké, dit is het probleem. Daarom zijn deze dingen vandaag de dag zo fucked up.



