Het zijn echte gevangenissen

15 januari 2011 – getuigenis van persoon die 3 maand was opgesloten in de gesloten centra 127bis en te Brugge.

Beluister het interview (in het Frans): [audio:http://gettingthevoiceout.org/wordpress/wp-content/uploads/2012/01/ce-sont-vraiment-des-prisons.mp3]

Ik ben Sylvain van Abidjan in Ivoorkust. Ik ben in Vottem aangekomen op 14 oktober, per ongeluk, niet door een controle. Ik kwam net terug van een training en men had me verteld dat er politie bij mijn thuis was geweest. Dus ik ben direct naar de politie gegaan om te getuigen dat ik daar woonde. De politie zei me meteen dat ik niet het recht had hier te verblijven en ze me naar het gesloten centrum in Vottem zouden brengen. Het regime in het gesloten centrum was heel streng. Er zijn verschillende hekken, een eerste, een tweede, dan nog meerdere kleine hekken en dan ben je direct ingesloten. Ik werd naar de eerste verdieping gebracht. Ze toonden me de kamer waar ik me mocht installeren en gaven me een zak met daarin enkele handdoeken, een tandenborstel en lakens. Ik heb er 3 maanden doorgebracht. Het was kamer 2 in de rode vleugel. N°2.

Er is slechts 1 uur waarop je je buiten een beetje kan vermaken, voor de rest zit je altijd opgesloten. Het was een zware periode, het was heel erg koud. Er waren dagen dat we niet buiten mochten. Er zijn geen sportactiviteiten, er zijn dagen dat we spelen zoals bingo konden doen (….)

Er zijn verschillende nationaliteiten. Er was een jonge Guinees die zou trouwen. Hij is naar de gemeente gegaan met zijn vriendin om wettelijk samenwonen te regelen en daar heeft de dienst (vreemdelingenzaken) van geprofiteerd om zijn adres op te zoeken dat hij had opgegeven. Deze vrouw was daar elke dag, zelfs als het regende was de vrouw daar om haar man bij te staan.

En er zijn andere voorbeelden, ik heb een Algerijn gezien die uitgezet werd en zijn vrouw is in België, ook getrouwd… op dit moment is hij in zijn land.
Er was ook een Tunesiër die zijn trouwdag had. Hij is niet kunnen gaan want ze zijn hem komen opzoeken. Hij had de dag van zijn trouw al vastgelegd! Toen ze hem de eerste keer naar de luchthaven brachten is hij niet vertrokken, de tweede keer heeft hij een hongerstaking van twaalf dagen gedaan. De dertiende dag hebben ze hem vrijgelaten want zijn gezondheidstoestand was heel slecht.

En het moeilijkste geval dat ik heb meegemaakt, was in Brugge. Ik was naar Brugge overgebracht, ze zeiden dat ik ongedisciplineerd was, dus heb ik 4 dagen daar gezeten. Er was een Guinees die in transit was met zijn vrouw en zijn dochter. Hij had een visum van drie maanden, maar ze hebben hem naar Brugge gebracht.  Hij wist niet waar zijn vrouw was. Hij was er al drie dagen. En nochtans was zijn verblijf echt in orde. Ze zeiden dat hij zijn verblijf niet kon bevestigen, want hij had maar een hotel-reservatie van 4 dagen.
Brugge is heel hard, maar toch respectvol. Want je krijgt er lekker eten, ‘s ochtends vroeg om 7u. En je mag naar buiten gaan, zelfs als het regent. Je mag 1 uur rondlopen op de koer en dan moet je terug naar je kamer gaan, dan is het gedaan.

Het moeilijkste is dat je nooit een misdaad hebt begaan. Je hebt hier een huis met alles erin, je bent al goed geïntegreerd, maar je hebt niet langer het recht iets mee te nemen. Je enige bezit is wat je op het moment van je arrestatie aanhad. Je kan niet naar huis om iets op te halen, een kleine koffer te pakken, dat is nog het zwaarste.

Voor iedereen die in Vottem binnenkomt, in de 7 daarop volgende dagen begint men contact op te nemen met de ambassade om een vrijbrief te verkrijgen. En dan op het commissariaat krijg je het bevel om het grondgebied te verlaten. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft altijd als doel om je uit te wijzen naar je eigen land, als je bekend bent in België.

De periode dat ik er was, was een periode met veel uitwijzingen. Bijna al mijn kamergenoten zijn vertrokken. Er waren heel veel uitwijzingen. Het was zwaar omdat er mensen waren die voor de eerste keer vertrokken, en de tweede keer niet meer terugkeerden. Er was zelfs iemand die vastgeplakt werd, ik heb het over een Algerijn. Dit wil zeggen dat ze enkels, knieën, handen, helemaal vastkleven. Men draagt je en zet je achterin het vliegtuig (lacht), men zet je achterin het vliegtuig!

Als je wacht op je uitzetting, is er niets meer goed. Je hoofd is er niet meer bij. Je bent mentaal op nul. Je bent ontmoedigd, je hebt nog nooit gevangen gezeten, je hebt nog nooit … de eerste keer is het heel zwaar.

Het zijn gevangenissen, echte gevangenissen. Het zijn geen gesloten centra! Indien men beweert dat dit centra zijn, dan zou dit als de centra van het Rode Kruis moeten zijn, waar mensen op een waardige manier worden geholpen. Maar hier word je behandeld als een crimineel. Je wordt opgesloten achter tralies, gebarricadeerd met ijzer. Het is alleen metaal daar, om daar doorheen te gaan, opent men je eerst die poort, om erdoor te gaan en dan sluit men die poort en opent de andere. Het is een gevangenis!

Er is het cachot waar men je naar toebrengt in een gesloten gevangenis en niets is. Het bestaat enkel uit beton, met een matras en het is er koud binnen. Je hebt enkel een plek om te drinken en een toilet.

Kan je uitleggen wat het principe is van de rode kaart? (hij lacht)
Bijvoorbeeld als je iemand beledigt, dan is er de rode kaart. Als je drie rode kaarten hebt, dan vlieg je direct naar het cachot! (lacht). Zelfs voor mijn vertrek omdat ik mijn post eiste, heeft men mij meegenomen naar het cachot.

De mensen houden er geen rekening mee, want nu, beeld je in: ik heb drie maanden in een gesloten centrum gezeten. Ik ben mijn huis kwijtgespeeld, ik moet dus terug van nul beginnen. Ik leef op straat, het OCMW moet me begeleiden, dus het heeft tot niets geleid! Het is alsof men je een straf heeft gegeven!

Ce contenu a été publié dans Getuigenissen. Vous pouvez le mettre en favoris avec ce permalien.