28 januari 2010 – telefonische getuigenis van een gedetineerde tijdens een actie voor het gesloten centrum van Merksplas
Ik ben hier in het centrum te Merksplas.
Vanaf 16 september, ben ik hier al vier maanden en zeventien dagen opgesloten.
Maar waarom? Voor niets, ja.
Ik heb het me al vaak afgevraagd. Ik zeg: “Laat me vrij! Laat me wachten op
mijn antwoord van het commissariaat. Maar ze zeggen me dat ik hier blijf opgesloten tot het antwoord komt.”
Ik heb me al vaak afgevraagd: ik kan werken, geef me papieren. Ik heb
gewerkt, ik wil officieel werken, belasting betalen. Ik ben al tweeënhalf
jaar hier.
Maar de politievrouw zei me: “kom hier op het politiebureau en we
praten een beetje.”
Toen ben ik zelf naar het politiekantoor op de Noorderlaan gegaan. Daar hebben ze me opgesloten en hierheen gebracht. Maar ik heb niets crimineel gedaan, ik ben normaal.
…
Ik heb gewerkt, in Aartselaar. Ik heb officieel gewerkt. Ken je Aartselaar?
In Aartselaar is ons café, allemaal officieel, tweeënhalf haar heb ik er legaal gewerkt. Ik heb gevraagd officieel te kunnen werken in een café van ons.
Ik begrijp het niet, ik heb me zo vaak afgevraagd waarom ik hier ben;
opgesloten in het centrum. Echt, ik begrijp het niet.
Soms denk ik dat mijn Nederlands niet zo goed is.
Waarom leer ik Nederlands?
Ik ben elke dag in contact met de mensen, in de zaak in Aarstelaar. Elke dag leer ik van Belgen.
Ik heb ook regularisatie aangevraagd.
Ik moest wachten op mijn adres op het antwoord van mijn regularisatie, maar ze sluiten me hier op.
Op zestien september ging ik zelf naar het politiebureau. Mijn schoonbroer wachtte buiten op me. Ze vertelden hem dat ik als vertrokken was, maar ik was hier (opgesloten in het gesloten centrum, red.).
Ik heb geen enkele misdaad begaan. In de tweeënhalve jaar dat ik hier ben, heb ik niets van straf. Ik woon hier met respect.