17 JULI 2023
Homoseksuele man dreigt uitgezet te worden naar Kameroen, waar hij bedreigd wordt met gevangenisstraf en de dood
Richard verliet Kameroen enkele jaren geleden om te ontsnappen aan geweld vanwege zijn homoseksualiteit. Hij heeft geen internationale bescherming gekregen in België, ondanks het feit dat de risico’s van een gedwongen terugkeer naar zijn land van herkomst reëel zijn. Hij wordt momenteel vastgehouden in het gesloten centrum 127 bis. De dreigende deportatie is een zorgwekkende illustratie van de moeilijkheden waarmee homoseksuele asielzoekers te maken krijgen en van het institutionele geweld van de Belgische staat.
In 2015 werd Richard Ngaballa gedwongen Kameroen te ontvluchten na een extreem gewelddadige homofobe aanval op zijn familie. Richard had op dat moment een verborgen relatie met een man. Op een ochtend, op weg naar huis met zijn partner, realiseerde hij zich dat hij in een hinderlaag was gelopen: leden van zijn familie waren aanwezig en confronteerden hem met zijn homoseksualiteit, die ze net hadden ontdekt na geruchten in de buurt. Tijdens de aanval werden Richard en zijn partner allebei gemarteld, voordat ze wisten te ontsnappen naar het ziekenhuis in Yaoundé. Vervolgens besloten ze Kameroen te verlaten, ondanks de fysieke gevolgen. Onderweg verslechterde de gezondheid van Richards partner. In Marokko, net toen de twee mannen in Spanje gratis gezondheidszorg hoopten te krijgen, stierf Richards partner aan een infectie als gevolg van de martelingen die ze hadden ondergaan.
Gedwongen om zijn homoseksualiteit met alle mogelijke middelen te bewijzen, tevergeefs
Richard kwam in 2016 naar België naar zijn tante die daar woont. Hij diende een eerste aanvraag in voor internationale bescherming (IPR) op grond van vervolging wegens zijn seksuele geaardheid in Kameroen. Helaas werd deze aanvraag afgewezen, omdat het CGVS oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om Richards homoseksualiteit te bewijzen. In totaal diende Richard 4 aanvragen voor internationale bescherming (IPR) in België in, die allemaal werden verworpen of onontvankelijk werden verklaard bij gebrek aan nieuw bewijzen.
De vierde en laatste IPR was in 2022. Richard had toen een nieuwe partner, met wie hij samenwoonde en met wie hij een wettelijke samenwoonprocedure was gestart. Helaas was het voor Richard onmogelijk om alle benodigde documenten te verzamelen, zoals een bewijs van celibaat uit Kameroen. Richard verzamelde alle mogelijke documenten en stuurde ook intieme video’s van seksuele aard op, niet wetende wat hij als bewijs moest aanleveren na zoveel jaren en zoveel procedures. Het antwoord was altijd negatief. Het CGVS vertelde hem zelfs dat “het verboden is om pornografische beelden te versturen”.
Getuigen als laatste redmiddel bij dreigende uitzetting
Gezien het zekere gevaar dat hij loopt, wil Richard met journalisten praten en zijn verhaal bekendmaken. In België beweren de autoriteiten de rechten van LGBTQIA+-personen te respecteren en te beschermen: wat Richard al enkele jaren meemaakt, bewijst ontegensprekelijk het tegendeel.