Slachtoffer van de genocide in Rwanda op 6-jarige leeftijd en verbannen naar hetzelfde land : Update : UITGEZET !

Update 09/10/2022: Hij zou op dinsdag 4/10/2022 voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling verschijnen voor de vijfde procedure die werd ingeleid om zijn vrijlating te verkrijgen: hij ontving het resultaat op donderdag 06/10/2022: negatief. De volgende dag wordt hem bij verrassing om 5 uur verteld dat hij zijn spullen moet verzamelen om te vertrekken; hij stuurt ons om 6 uur een dringende sms: “Ik word vanmorgen naar de luchthaven gebracht voor een vlucht om 10.30 uur….”: hij is gedwongen uitgezet met politieescorte en neemt opnieuw contact met ons op om te vertellen dat hij is aangekomen en dat hij bij aankomst niet al te veel problemen heeft gehad. “Ik zal proberen mzijn leven weer op te bouwen in Rwanda.”

AUDIO van Michel Hier (FR) transcriptie in het NL onderaan

Een persoon die al 9 maanden opgesloten zit in het gesloten centrum van Merksplas is op 22/09/2022 een hongerstaking begonnen. Hij eist gerechtigheid en menselijkheid. 

Michel (niet zijn echte naam) vluchtte op 6-jarige leeftijd met zijn familie voor de oorlog in Rwanda. Hij werd gedwongen enige tijd door te brengen in vluchtelingenkampen, eerst in de Democratische Republiek Congo, daarna in Kenia. Tijdens deze vlucht stierven zijn ouders. In 2001 werd hij op 12-jarige leeftijd met een deel van zijn familie gerepatrieerd naar België.
Hij werd in 2002 erkend als vluchteling maar bleef getraumatiseerd door zijn reis en alle wreedheden die hij tijdens de genocide heeft gezien.Hij beging toen feiten die als “delinquentie” werden gekwalificeerd. Hij werd veroordeeld voor schendingen van de openbare orde en heeft tussen 2008 en 2014 verschillende keren in de gevangenis gezeten.
Na deze veroordelingen heeft het Raad voor vreemdelingen betwistingen in 2016 zijn vluchtelingenstatus ingetrokken. Zijn advocaat tekende beroep aan tegen deze beslissing.
Toen hij uit de gevangenis kwam, volgde hij een opleiding en vond hij een baan, met de hulp van zijn juridisch coach in Namen.Maar de genadeslag kwam in 2019: de Raad voor Vreemdelingenbetwistingenzaken verwierp zijn beroep tegen de intrekking van zijn vluchtelingenstatus. Hij krijgt een bevel om het land te verlaten.

Hij werd gearresteerd in december 2021 en naar het gesloten centrum gebracht met het oog op zijn uitzetting naar zijn “land van herkomst”, Rwanda.Hij getuigt dat hij niet kan en niet wil terugkeren naar het land dat hij verliet toen hij 6 jaar oud was. Hij herinnert zich nog steeds de moorden en alle wreedheden waarvan hij getuige was, evenals de dood van zijn ouders tijdens zijn ballingschap. Toen hij in België aankwam, was hij getraumatiseerd en werd al snel “gek”. Hij vertelt dat hij na zijn jaren in de gevangenis alles heeft gedaan om zijn leven weer op de rails te krijgen. Hij kent niemand in Rwanda, spreekt de taal niet, al zijn familieleden wonen in België of Frankrijk en hebben een vluchtelingenstatus (ooms, neven, enz.) Hij is erg bang voor r wraakdaden in Rwanda, want zijn vader blijft in de herinnering van velen een van de genocidairs (hij was kolonel in het Rwandese leger en werd gezocht ).

Zijn vrijlating werd 5 keer bevolen door de Raadskamer. Elke keer ging de vreemdelingendienst in beroep.
Hij verschijnt dinsdag 4 april 2022 opnieuw voor de kamer van inbeschuldigingstelling voor de vijfde procedure om zijn vrijlating te verkrijgen.  Deze 4 oktober 2022 is tevens de 13e dag van zijn hongerstaking.


Wij weigeren alle uitzettingen en veroordelen het racistische en cynische repatriëringsbeleid van de Belgische staat. 

Transcriptie van getuigenis in NL:

“Hallo aan jullie die naar de opname luisteren. Ik ben een jonge man van 33 jaar. Ik ben geboren in Rwanda en woon al 21 jaar in België. Ik ben sinds tien maanden vast in een gesloten centrum. En de afgelopen week zit ik opgesloten in een cel in hongerstaking. Ik ga je kort vertellen over mijn leven en de redenen waarom ik hier vandaag ben. Ten eerste ben ik de jongste van zes broers en zussen, vier meisjes en twee jongens. Mijn vader was een hoge officier in het voormalige Rwandese leger, mijn moeder een grote zakenvrouw. Mijn leven begon goed en de eerste jaren van mijn jeugd waren niet slecht. In april 1994, was ik vijf jaar oud toen alles uit elkaar viel. Het was het begin van de genocide in Rwanda. Ik herinner me die ochtend toen ik werd gewekt door het geluid van schoten in de verte. Ik kon me nog lang niet voorstellen dat mijn leven zou veranderen. Dat geweerschoten en bommen deel zouden uitmaken van mijn dagelijks leven en me nog vele jaren in slaap zouden sussen. De oorlog woedde al enkele jaren in Rwanda, maar ik was me er niet van bewust. Die ochtend werd ik me snel bewust van de ernst van de situatie toen ik twee dode mensen voor ons huis zag, en de staat van onrust die overal op straat heerste. Een van mijn zussen vertelde me dat het het einde van de wereld was en dat we allemaal zouden sterven. Een paar dagen later begon mijn ballingschap. Ik begon een lange reis door Rwanda met mijn familie, gehinderd door gruwelijke tragedies, om Congo te bereiken. We liepen maandenlang door de heuvels, het bos en over een meer om in 1995 aan te komen in een enorm vluchtelingenkamp in Oost-Congo. De dood was overal, het geschreeuw, het bloed. Gedurende mijn hele reis was het absolute horror. In het kamp moest iedereen een militaire training volgen. Het leger ronselde alle jongens, zelfs de kinderen, om zich voor te bereiden op de oorlog. Cholera tierde welig. En in 1996, ongeveer een jaar nadat we in het kamp aankwamen, haalde de oorlog ons in. Ik zag mijn ouders en een  mijn zussen sterven ,  neergeschoten. Ik rende weg. Het was een totale chaos. Ik werd gered door een soldaat en we vluchtten met een groep naar het bos. We liepen wekenlang en kwamen aan in een andere stad in Congo. Ik hoorde dat mijn broer en mijn andere zussen nog leefden en in Kenia waren. Ik kon me enige tijd later bij hen voegen. In Kenia hoorden we al na een paar maanden dat verschillende mensen uit onze groep waren vermoord of vermist. Mijn zussen werden vervolgens naar Frankrijk en België gestuurd en mijn broer voegde zich enige tijd later bij hen. Ik ging naar Ivoorkust, waar ik bijna twee jaar bleef. Tijdens mijn verblijf daar vond er een staatsgreep plaats. Het was rond het jaar 2000. Het jaar daarop kwam ik in Frankrijk aan en werd ik bij mijn oom in België ondergebracht. Ik was toen twaalf jaar oud. Ik begon het proces om mijn status te regulariseren en in 2002 werd ik erkend als vluchteling. Ik ging terug naar school met de gedachte dat ik mijn verleden kon vergeten en leven zoals iedereen. Ik had geen psychologische steun na het trauma dat ik had meegemaakt. Mijn oom was erg streng en liefdeloos en toen ik 16 was schopte hij me uit zijn huis. Ik werd aan mijn lot overgelaten en raakte in de criminaliteit. Ik ben vier keer gearresteerd en veroordeeld door de rechtbank. Ik heb verschillende periodes in de gevangenis doorgebracht. En in 2016 trok het bureau van de commissaris voor vluchtelingen mijn vluchtelingenstatus in, met de conclusie dat ik gevaarlijk was en teruggestuurd moest worden naar Rwanda. Ik werd toen opgesloten in Lantin en heb tegen deze beslissing beroep aangetekend. Paradoxaal genoeg was het in de gevangenis dat ik mijn eerste contact had met psychologen met wie ik aan mezelf kon werken en mijn tragische verleden kon uitwerken. Ik werd vrijgelaten uit de gevangenis in 2017, 14 maanden voor het einde van mijn straf. Ik was toen voorwaardelijk vrij en veranderde mijn leven volledig. Ik heb de stad Luik verlaten om met mijn zus in Marche-en-Famenne te gaan wonen. Ik begon met trainen in Namen. Toen ik klaar was met mijn opleiding, ging ik werken en nam een flat. In 2019 bevestigde de Vreemdelingenraad de intrekking van mijn vluchtelingenstatus, terwijl ik al meer dan twee jaar op de goede weg was in mijn leven. Enige tijd later gaf de vreemdelingendienst me een bevel om het grondgebied te verlaten. Een van de voorwaarden van mijn vrijlating was om elke beslissing van de Vreemdelingendienst te respecteren. Bovendien kon ik door dit bevel om het grondgebied te verlaten en mijn verblijfplaats in te trekken, niet meer werken en verloor ik mijn flat. Een jaar later werd ik opnieuw gearresteerd en gevangen gezet omdat ik de voorwaarden niet respecteerde. Ik zat de resterende 14 maanden van mijn straf uit en toen ik vrijkwam werd ik door de vreemdelingendienst in een gesloten centrum geplaatst. Tot op heden ben ik daar nog steeds en probeert men mij terug te sturen naar Rwanda, ondanks het feit dat mijn familie daar vervolgd en gehaat werd, dat geen van mijn familieleden daar nog woont, iedereen woont in België of Frankrijk, en ondanks het feit dat al mijn familieleden die daar verbleven zijn vermoord. De rechtbank heeft mijn vrijlating vijf keer bevolen in de laatste tien maanden. Maar er gebeurt niets, de uitzettingsprocedure loopt nog steeds. Daarom besloot ik uit wanhoop in hongerstaking te gaan, in de hoop op een beter resultaat. Bedankt voor het luisteren naar deze opname. 

Ce contenu a été publié dans Audio testimonies NL, Getuigenissen, Nieuws van de gesloten centra, Strijdverhalen. Vous pouvez le mettre en favoris avec ce permalien.