Vreemdelingenzaken registreert de asielaanvragen en voert voorafgaand onderzoek voor ze het dossier naar het CGVS (Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen) doorstuurt. Daarbij gebruikt Vreemdelingenzaken alle mogelijke trucjes om de aanvragen te verwerpen en deze niet als officiële verzoeken te registreren. Die dossiers zullen nooit het CGVS bereiken.
Als de aanvraag wordt aangenomen en overgebracht naar het CGVS, is het gebruikelijk dat de asielaanvrager wordt gearresteerd en opgesloten.
“Wij brengen u onder in een detentiecentrum om uw procedure voort te zetten. Dit zal sneller gaan.“
Dit is de nieuwe leugen die de Dienst Vreemdelingenzaken heeft uitgevonden.
Eenmaal opgesloten, wordt het heel moeilijk om bewijzen te verzamelen over de asielaanvraag, waardoor het risico op afwijzing van de aanvraag toeneemt.
Maggie citeert graag het toenemende aantal “meervoudige asielaanvragen” als bewijs van “de kwade trouw” van de asielaanvragers.
Tegelijkertijd dwingt het systeem om asielzoekers meerdere aanvragen te laten indienen: hypocriet!
In vele gesloten centra beweren de sociale assistenten: “De enige uitweg om hier buiten te geraken, is een nieuwe asielaanvraag te doen.” En aangezien er geen andere oplossing is, doen ze dit met natuurlijk zeer weinig nieuwe elementen en met een grote kans op weigering of dat de aanvraag zelfs niet behandeld wordt door het CGVS.
Verbazingwekkende statistieken van het CGVS uit november 2013, als we weten dat er wereldwijd miljoenen vluchtelingen zijn:
http://www.cgra.be/nl/Actualiteit/statistiques_d_asile_novembre_2013.jsp
Enige toelichting bij deze statistieken:
- In november 2013 werden 1.103 asielaanvragen ingediend. Dit is een daling van bijna 34% in vergelijking met november 2012. Dit is het laagste aantal asielaanvragen dat sinds februari 2009 in een maand werd ingediend.
- 352 (31,9%) van de 1.103 asielaanvragen die in september werden geregistreerd, waren meervoudige aanvragen. Het aantal meervoudige aanvragen daalde met 24,5% in vergelijking met oktober 2013.