Op 31 januari 2025 onthulde de nieuwe federale regering eindelijk het langverwachte regeerakkoord. De eerste zinnen van de preambule zetten er de toon: Bart De Wever, kersvers aangesteld premier onder het N-VA-vaandel, doet geen poging om de hardheid van het toekomstige beleid te verbergen. Hij waarschuwt dat de tocht die voor ons ligt “geen wandeling door het park” wordt, en dat de aangekondigde maatregelen “offers van alle actoren in onze samenleving” zullen vragen.
Ongeacht de fermheid van deze retoriek, doen zowel de uitspraken die erin staan én hun rechtvaardigingen kwalen.
In alle paragrafen van dit document komt namelijk duidelijk de wens naar voren om bepaalde bevolkingsgroepen te stigmatiseren. De argumenten van de regering zijn voornamelijk gebaseerd op de zogenaamde “massale migratiestromen” en op een nauwelijks gemaskeerde criminalisering van deze personen.
Deze benadering, die verre van neutraal is, wakkert angsten en verdeeldheid aan en legitimeert restrictieve en discriminerende maatregelen. De tekst kondigt meer dan alleen hervormingen aan: het schetst regel na regel een angstopwekkende, racistische en bevooroordeelde visie op de samenleving, die onbehagen en verontwaardiging doen opwekken.
Ons collectief wil een wereld zonder grenzen en muren, waar iedereen kan wonen en reizen waar hij of zij wil. Zoals verwacht, is dit ver van wat er de komende jaren in België en in de rest van Europa op het programma staat.
Bijna zes maanden na de bekendmaking van het federaal regeerakkoord, werpen we onze aandacht op de belangrijkste punten met betrekking tot “Asiel en Migratie”, om een duidelijk overzicht te houden van het historisch keerpunt dat we meemaken, van de steeds diepere verschuiving naar een samenleving die gevoed wordt door angst en repressie.
Er zullen vier grote delen besproken worden:
1/ Opvang
2/ Verblijf
3/ Asiel
4/ Detentie & terugkeer
DEEL 2: VERBLIJF
Ontradingscampagnes: “you’re not welcome”
Om het aantal mensen dat in België aankomt te beperken, wil de regering haar ontradingscampagnes versterken. Het doel is duidelijk: mensen die “niet in aanmerking komen” om asiel aan te vragen hiervan te ontmoedigen, door de strenge opvangvoorwaarden en procedures naar voren te schuiven. De regering stelt voor:
“We intensifiëren en moderniseren de ontradingscampagnes, ook online. We zetten in op nieuwe en meer interactieve communicatievormen, die bepaalde doelgroepen correcter kunnen informeren.”
Ontradingscampages hebben ernstige gevolgen voor de betrokkenen personen. Door massaal in berichtgeving de moeilijkheden en beperkingen te benadrukken, creëert de overheid een klimaat van angst en onzekerheid voor de mensen die bescherming zoeken. Zij die ontmoedigd worden door deze campagnes, zullen misschien geen bescherming meer aanvragen (ook in gevallen waarbij ze gevaarlijke situaties ontvluchten). Anderen kunnen beslissen om illegale en gevaarlijke routes te volgen omdat ze geen toegang hebben tot duidelijke en toegankelijke asielprocedures.
Daarenboven zijn ontradingscampagnes in het algemeen misleidend en houden ze geen rekening met alle factoren. Een voorbeeld is de berichtgeving op sociale media waarin staat dat personen waarvan de aanvraag tot bescherming is goedgekeurd in een ander EU-land, naar hun eigen land moeten terugkeren. Of toen de directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken naar Guinee reisde en verklaarde dat er zeer weinig kans is was dat personen van Guinese afkomst bescherming zouden krijgen in België.
Dit ontradingsbeleid lost de oorzaken van migratie niet op en maakt kwetsbare mensen nog kwetsbaarder, stelt mensen bloot aan onzekerheid, isolatie of aan de schending van hun basisrechten.
De boodschap van de regering: “België is niet voor jullie”.
Ons antwoord: iedereen is welkom, overal.
De “goede” en “slechte” migranten
Zoals verwacht maakt Arizona een duidelijk onderscheid tussen de ‘gewenste’ migratie (de ‘expats’) en ‘ongewenste’ migratie (de ‘immigranten’). Dit onderscheid is gebaseerd op verankerde racistische, kapitalistische en neoliberale voorwaarden, die mensen classificeren naargelang hun veronderstelde vermogen om ‘bij te dragen’ aan het land. Deze redenering stelt diegenen die worden beschouwd als een culturele en economische meerwaarde voor de staat tegenover degenen die hiervan worden uitgesloten. Alleen gekwalificeerde migranten, studenten en werknemers worden als een positieve meerwaarde gezien:
“Migratie kan een positief verhaal zijn, maar dit kan enkel als ze gecontroleerd gebeurt en mensen aantrekt die hier ingeschakeld worden in het economische en maatschappelijke weefsel.”
Alle andere profielen worden automatisch als ongewenst beschouwd en kunnen dus van het Belgische grondgebied worden uitgezet. Zij die niet naar België komen voor werk of studie, moeten zo snel mogelijk worden ‘geactiveerd’, hetzei integreren en zelfredzaam worden binnen de nieuwe gemeenschap. Daartoe worden de toelatingsvoorwaarden aangescherpt: volgens de regering is dit om te voorkomen dat nieuwkomers in armoede of precaire omstandigheden terechtkomen, anderzijds zodat ze onmiddelijk kennis maken met de nationale talen, de westerse waarden en normen, en hun rechten en plichten. In het geval dat ze niet aan deze criteria voldoen, kunnen ze niet duurzaam in België blijven. Volgens de regering kan enkel deze strenge aanpak ervoor zorgen dat migratie een “succesverhaal” wordt, “voor de vreemdeling en voor onze maatschappij”.
Echter, ook al voldoen migranten aan de profielen die door de overheid als “meerwaarde” worden beschouwd (werk, diploma, opleiding…) moeten ze immers nog door de mazen van het racistische net zien te glippen: zo wordt bijvoorbeeld een groeiend aantal studenten uit post-koloniale landen de toegang tot het onderwijs belemmerd door steeds strengere voorwaarden op te stellen, waardoor ze soms zelfs hun verblijfsvergunning verliezen.
Afgezien van hoe zorgwekkend deze nieuwe maatregelen zijn, moeten we niet vergeten dat zowel de wil om de grenzen te versterken als de toegang tot het Belgische grondgebied te beperken niet nieuw is: het Arizona-beleid versterkt slechts reeds bestaande maatregelen, en een selectivieit en uitsuiting die inherent zijn aan het huidige migratiebeleid.
Hun boodschap: “een plaats in de samenleving voor mensen die het verdienen”.
Ons antwoord: Elke persoon mag kiezen waar hij of zij wil wonen, om welke redenen dan ook.
Regularisatie als enige oplossing?
Vandaag de dag wonen in België duizenden mensen zonder verblijfsrecht, soms al sinds vele jaren. Deze personen zijn slachtoffer van een racistisch en onmenselijk migratiebeleid, en leven in extreme onzekerheid ondanks hun sterke en duurzame banden met de Belgische samenleving, Ze leven zonden rechten, onzichtbaar, hoewel ze hier een leven hebben opgebouwd, relaties hebben gevormd, gewerkt, kinderen naar school gebracht. Maar België weigert categorisch hun regularisatie en de toegang tot een waardig leven.
Tegenover dit onrecht ondersteunt GVO de eisen van mensen zonder papieren en de strijd voor regularisatie van iedereen, zonder enige voorwaarden.
Regularisatie betekent dat een verblijfsrecht (tijdelijk of permanent) wordt toegekend aan een persoon die tot dan als “illegaal” werd beschouwd (zonder wettig verblijf). Voor de betrokkenen personen is een algemene regularisatie de enige juiste en humane oplossing (binnen het huidige systeem) die hen in staat stelt uit de schaduw en de onzekerheid te stappen, en ten volle deel te nemen aan het sociale, economische en culturele leven van het land waarin zij wonen.
Naast het streven voor de collectieve en onvoorwaardelijke regularisatie, streeft ons collectief ook naar de afschaffing van de registratie van mensen door de staat, de afschaffing van documenten, aangezien dit systeem onvermijdelijk leidt tot een selectie en administratieve controle van wie wel of niet deel mag uitmaken van de samenleving.
Het is geen verassing dat de regering zich volledig tegen regularisatie uitspreekt. In het regeerakkoord wordt expliciet gesteld dat collectieve regularisatie niet aan de orde is:
“Er komt geen collectieve regularisatie. Individuele regularisatie vormt een absolute uitzondering en valt uitsluitend onder de discretionaire bevoegdheid van de bevoegde minister. In principe geldt dat als een vreemdeling naar België wil komen, hij dit uiteraard moet doen volgens de geldende procedures. Zo niet, worden de netwerken van mensensmokkelaars in stand gehouden. Als de persoon zijn land ontvlucht om legitieme redenen, bestaan er statuten voor internationale bescherming.”
Deze ideologische opstelling criminaliseert mensen zonder wettig verblijf en ontkent hun reële verankering in België. De retoriek versterkt eveneens hun uitsluiting en kwetsbaarheid, en negeert bewust de structurele oorzaken van migratie.
Erger nog: deze retoriek wakkert stigmatisering en haat aan en sluit alle humane en pragmatische oplossingen uit die iedereen een plaats toekennen in de samenleving. Regularisatie weigeren zal ertoe leiden dat duizenden mensen veroordeeld worden tot onzichtbaarheid, angst en ellende, in tegenstrijdig met alle fundamentele principes van rechtvaardigheid en solidariteit.
De hypocrisie van deze politiek ligt in het feit dat een hele reeks sectoren waar de arbeidsomstandigheden vaak moeilijk zijn (zoals de bouw, de horeca, de dienstverlening aan personen, …), de economie afhankelijk is van de tewerkstelling (en vaak ook de uitbuiting) van mensen aan wie de staat geen verblijf geeft.
De boodschap van de regering: “jullie aanwezigheid in onze samenleving is illegaal”.
Ons antwoord: papieren voor iedereen, en dan een samenleving zonder papieren!
Zelfs wanneer verblijf wordt toegekend, kan het ook gemakkelijk worden ingetrokken
Het verkrijgen van een verblijfsvergunning wordt door de personen in kwestie vaak als een enorme opluchting ervaren, omdat het symbool staat voor een officiële erkenning om het recht om in België te wonen. Met de nieuwe maatregelen die door de regering worden aangekondigd, wordt dit gevoel van veiligheid slechts een illusie. Voortaal zal het intrekken van de verblijfsvergunning (wat al mogelijk was volgens het Belgische recht) gemakkelijker worden en systematisch worden toegepast.
Het akkoord voorziet een strenge en continue controle van de voorwaarden voor het verlenen van een verblijfsvergunning: een verblijfskaart kan op elk moment tijdens de geldigheidsduur worden ingetrokken indien niet langer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voortdurende onzekerheid ten aanzien van het recht op verblijf vormt een bedreiging tot de rechtszekerheid van personen van buitenlandse afkomst, die issentieel is voor hun integratie in de samenleving.
Concreet betekent dit dat de autoriteiten regelmatig evaluaties zullen uitvoeren omtrent de veiligheidssituatie in het land van herkomst van de beschermde personen. Als België van mening is dat het gevaar dat aanleiding gaf tot de bescherming niet langer bestaat (bijvoorbeeld als een oorlog of crisis als beëindigd wordt beschouwd), kan de persoon zijn of haar asielrecht verliezen en wordt er met gedwongen repatriëring bedreigt, ookal zou de persoon al meerdere jaren in België wonen met “bescherming”.
De lijst met gronden voor intrekking van het verblijfsrecht wordt ook langer: het plegen van een misdrijf (zelfs een klein misdrijf zoals rijden zonder rijbewijs of diefstal zonder geweld) kan leiden tot het automatische verlies van het verblijfsrecht en uitzetting uit het grondgebied. Er zal ook een nultolerantiebeleid worden gehanteerd in geval van asielfraude, met name voor vluchtelingen die zonder toestemming tijdelijk naar hun land van herkomst terugkeren. De Dienst Vreemdelingenzaken kan dan sneller een verzoek indienen bij het CGVS (Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen) om de beschermingsstatus in te trekken of te beëindigen.
De gevolgen van deze nieuwe regels zijn concreet en ernstig: ze brengen mensen van buitenlandse afkomst in voortdurende rechtsonzekerheid, belemmeren hun integratie en stellen ze bloot aan een willekeurige administratie. Door het aantal gronden voor intrekking te vermenigvuldigen en uitzettingen te vergemakkelijken, vergroot dit beleid angst, isolement en onzekerheid. Het verzwakt het sociale weefsel door duizenden mensen het recht op een waardig en stabiel leven te ontzeggen, en stelt de fundamentele beginselen van opvang en bescherming ter discussie die een samenleving die zich democratisch noemt, zouden moeten leiden.
Deze maatregelen tonen aan dat er een politieke wil bestaat om het verblijf een precair en onzeker gunst te maken, dat onderworpen is aan voortdurende controle en evaluatie, in plaats van een stabiel en beschermend recht.
Hun boodschap: “Jullie zullen nooit echt deel uitmaken van onze samenleving”.
Ons antwoord: veiligheid voor iedereen!
De Belgische nationaliteit als gunst voor mensen die het zich kunnen veroorloven
Zowel het verblijfsrecht als het verkrijgen van de Belgische nationaliteit wordt ingewikkelder met het nieuwe regeerakkoord. De administratieve kosten voor het aanvragen van nationaliteit die tot nu toe 150 euro bedroegen, worden verhoogd tot 1000 euro (met een geplande indexering). Dit is een aanzienlijke stijging,
Niet alleen wordt het recht op verblijf steeds moeilijker te verkrijgen, maar ook het verkrijgen van de Belgische nationaliteit wordt veel ingewikkelder met het nieuwe regeerakkoord. De administratieve kosten voor het aanvragen van de nationaliteit, die tot nu toe € 150 bedroegen, worden verhoogd tot € 1000 (met een geplande indexering). Dit is een aanzienlijke stijging, waardoor België tot de Europese landen behoort waar naturalisatie het duurst is.
Deze verhoging is een aanzienlijke financiële hindernis voor veel mensen, voornamelijk voor mensen met een laag inkomen. Hierdoor dreigt het Belgische staatsburgerschap voor een groot deel van de bevolking van buitenlandse afkomst ontoegankelijk te worden.
Bovendien worden de toelatingsvoorwaarden aangescherpt: iedereen die de Belgische nationaliteit wil verkrijgen, moet voortaan slagen voor een “burgerschapstest”, d.w.z. een test over de “fundamentele waarden” (instemming over de neutraliteit van de overheid en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen) en een taaltest (waarvoor het vereiste taalniveau wordt verhoogd van A2 naar B1).
Door de bijkomende eisen is integratie niet louter een kwestie van sociale of economische integratie. Zij die het moeilijk hebben met het aanwerven van de taal dreigen uitgesloten te worden.
Deze burgerschapstest roepen ook belangrijke ethische en ideologische vragen op: ze gaan ervan uit dat nationaliteit afhankelijk is van de integratie van westerse normen en waarden. Het lijkt erop dat in deze tests (waarvan de exacte inhoud overigens nog niet bekend is) culterele normen hiërarchisch worden voorgesteld. De begrippen ‘strikte neutraliteit van de staat’ en ‘gelijkheid tussen mannen en vrouwen’, komen meermaals terug in het akkoord, waardoor een faschistische en onmenselijke inhoud met mooie en acceptabele woorden worden verfraaid.
De mogelijkheden om toegang tot het verblijfsrecht te ontzeggen worden ook uitgebreid, met name in geval van een bedreiging van de openbare orde, of als de “aanvrager” sociale bijstand ontvangt (waardoor de meest kwetsbare personen feitelijk worden uitgesloten van het integratieproces).
Daarenboven wordt de bevoegdheid om de nationaliteit toe te kennen aan kinderen die zonder nationaliteit zijn geboren, een federale bevoegdheid. Momenteel wordt deze bevoegdheid nog uitgeoefend door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Door deze procedures naar het federale niveau te verplaatsen, zou de toegang tot de nationaliteit voor kinderen bemoeilijkt en vertraagd kunnen worden (zoals bijvoorbeeld al het geval is voor personen van Palestijnse afkomst die in België zijn geboren).
Ten slotte zal het verlies van een nationaliteit wegens “fraude, bedrieglijke handelwijze, het gebruik van vervalste stukken of een schijnhuwelijk” voortaan systematisch leiden tot het verlies van het verblijfsrecht.
Dit algemene beleid van instabiliteit van het verblijfsrecht getuigt van een visie waarin het verkrijgen van de nationaliteit wordt beschouwd als een gunst en niet als een recht. Dit maakt de integratie en stabiliteit van buitenlanders in België nog kwetsbaarder.
“Het verkrijgen van onze nationaliteit zien wij als een gunst, niet als een recht.”
Hun boodschap: “Belg zijn is een privilege, een uitzondering die je moet verdienen”.
Ons antwoord: de belgische nationaliteit voor iedereen, later helemaal geen natie meer!
Gezinshereniging: strengere regels
De voorwaarden voor gezinshereniging in België worden aanzienlijk aangescherpt. Deze nieuwe hervormingen, die in het akkoord van februari al waren opgenomen, werden op 9 juli door de Commissie Binnenlandse Zaken van het federale parlement goedgekeurd (ondanks een kritisch advies van de Raad van State). Dit is de voorlaatste stap voor de goedkeuring door de Kamer.
Om een familielid te kunnen laten overkomen, moet de “gezinshereniger” en de ‘aanvrager’ aan strenge criteria voldoen (met name slagen voor taal- en integratietests) en hun instemming met de “westerse” waarden (strikte neutraliteit van de staat en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen) aantonen. Beide partners moeten minstens 21 jaar oud zijn (om gedwongen huwelijken te voorkomen) en polygame huwelijken (bij volmacht of met minderjarigen) worden systematisch uitgesloten. Ook de inkomensvoorwaarden zijn aangescherpt: de gezinshereniger moet voortaan aantonen dat hij over middelen beschikt die minstens 110 % van het gegarandeerd minimuminkomen bedragen (verhoogd met 10 % per persoon extra). Dat betekent dat iemand die een echtgenoot en twee kinderen naar België wil brengen, 2745 euro netto per maand moet verdienen. Bovendien worden alleen bepaalde inkomsten in aanmerking genomen: sociale uitkeringen worden niet meegerekend (tenzij kan worden aangetoond dat actief naar werk wordt gezocht voor werkloosheidsuitkeringen).
Personen die internationale bescherming hebben gekregen, hebben voortaan slechts zes maanden de tijd om het aanvraagdossier te vervolledigen. De vorige termijn van één jaar was echter al erg krap gezien de complexiteit van de procedures.
Ook worden de wachttermijnen voor gezinshereniging verlengd: men moet voortaan twee jaar legaal in België hebben verbleven vanaf de toekinning van het verblijfsrecht voordat een procedure kan gestart worden. Voor personen die een verblijfsrecht hebben bekomen om medische of humanitaire redenen, wordt deze termijn eveneens verlengd tot twee jaar. De ‘voorwaardvrije periodes’ worden herleid tot de Europese minimum termijn van zes maanden.
Er wordt een nadruk gelegd op de controle en het onderzoek van de “waarachtigheid” van relaties: het hebben van een kind wordt niet langer aangezien als “doorslaggevend” bewijs van de duurzaamheid en stabiliteit van een liefdesrelatie, maar slechts als een zogenaamd weerlegbaar vermoeden. De autoriteiten hanteren een zeer strikte aanpak om schijnrelaties te bestreiden, zo worden opleidingen voorzien voor ambtenaren van de burgerlijke stand en van diplomatieke posten. Bij de minste twijfel wordt het parket ingeschakeld en een gerechtelijk onderzoek ingesteld.
Bovendien wordt de controle op de “waarachtigheid” van relaties verscherpt: het hebben van een kind samen wordt niet langer beschouwd als “voldoende bewijs” van de stabiliteit van het koppel, maar slechts als een vermoeden van een koppel (dat de administratie in geval van twijfel in twijfel kan trekken). De autoriteiten hanteren een zeer strikte aanpak om fictieve relaties te bestrijden en er worden specifieke opleidingen voorzien voor ambtenaren van de burgerlijke stand en diplomatieke posten. Bij het minste vermoeden wordt een gerechtelijk onderzoek ingesteld.
Bepaalde categorieën personen worden uitgesloten van het recht op gezinshereniging, met name daders van zedenfeiten, intrafamiliaal of gendergerelateerd geweld, en personen wiens partner het slachtoffer is van (huwelijks)achterlating. Herhaalde aanvragen zonder nieuwe elementen worden niet-ontvankelijk verklaard en de automatische toekenning van het verblijfsrecht wegens overschrijding van de behandelingstermijnen wordt geschrapt.
Ten slotte zullen niet-begeleide minderjarigen (NBMV’s) die subsidiaire bescherming krijgen niet langer het recht hebben om herenigd te worden met hun ouders.
In het kort maken deze nieuwe toelatingsvoorwaarden gezinshereniging moeilijker en restrictiever, worden de termijnen voor hereniging verlengd, vergroot de onzekerheid en het isolement van gezinnen van buitenlandse afkomst, en dreigt hun integratie in België belemmert te worden. Door deze nieuwe regels zal het voor sommige mensen onmogelijk worden ommet hun familie herenigd te worden. Het is niet verwonderlijk dat de regering de voorwaarden voor gezinshereniging heeft willen aanscherpen, aangezien dit het belangrijkste (en veiligste) legale migratiekanaal is.
Hun boodschap: “Uw familie is onder onze controle”.
Ons antwoord: Gezinshereniging voor ieder die het wenst.
Dringende medische hulp: toepassing tot quasi nul herleid
Dringende medische hulp (DMH) is een regeling in België die personen zonder verblijfsvergunning toegang geeft tot bepaalde essentiële gezondheidszorg. Ze dekt voornamelijk zorg die als onmisbaar wordt beschouwd om het leven of de gezondheid van de persoon te redden, maar het toepassingsgebied ervan wordt regelmatig in vraag gesteld en hervormd.
Voortaan worden bepaalde behandelingen die als niet-essentieel worden geacht (zoals orthodontie, inferteliteitsonderzoeks en vruchtbaarheidsbehandeling, zuiver esthetische ingrepen of bepaalde tandprothesen) expliciet uitgesloten van vergoeding door de AMU. In samenwerking met de POD maatschappelijke integratie en HZIV wordt momenteel gewerkt aan een hervorming en harmonisatie van de regeling: een uitbreiding van controlemogrelijkheden en de bouw van een filter wordt overwogen, geïnspireerd door de medische regularisatieprocedure.
In de praktijk maakt vandaag echter slechts 10 tot 20 % van de mensen zonder papieren gebruik van de DMH. Enkele van de obstakels zijn:
- de administratieve last (er moeten bijvoorbeeld documenten worden bezorgd aan het OCMW, dat een onderzoek moet uitvoeren)
- het gebrek aan informatie over hun rechten
- precaire levensomstandigheden die de toegang tot gezondheidszorg bemoeilijken.
Concreet zullen deze veranderingen de toegang tot gezondheidszorg voor mensen nog verder beperken, omdat ze bepaalde behandelingen zullen moeten opgeven die de staat als niet-essentieel beschouwt. Dit dreigt de sociale ongelijkheid op het gebied van toegang tot gezondheidszorg te vergroten, de medische onzekerheid te vergroten en de behandeling van bepaalde noden te vertragen. Het zal patiënten ook dwingen om complexere administratieve procedures aan te gaan en hun medische situatie strenger te laten controleren.
Hun boodschap: “Onze sociale zekerheid is niet voor jullie bedoeld”.
Ons antwoord: sociale en medische zekerheid voor iedereen!
De federale overheid is overal aanwezig en centraliseert alles (onder toezicht van de deelstaten en ambassades).
In België kan de afgifte van visa en verblijfsrechten soms een bevoegdheid zijn van de gemeenten en de diplomatieke/consulaire posten. Deze entiteiten zijn ook bevoegd om huwelijken te voltrekken, wettelijke samenwoningen en afstammingsbanden (juridische band tussen een kind en zijn/haar ouders) te registreren, enz.
De federale overheid voorziet in het akkoord in versterkte controlemechanismen. Bij vermoeden van fraude, misbruik of foutieve toepassing van de toekenningsregels inzake het verblijfsrecht of de visa, wordt desbetreffende gemeente of diplomatieke poste aan een controle onderworpen.
Dit brengt talrijke risico’s met zich mee. Het “onder curatele plaatsen” van de federale overheid kan gezien worden als een inbreuk op de autonomie an de gemeente betreffende het diplomatieke werk (vooral als de criteria voor het instellen van de controle of over het onder curatele plaatsen niet transparant of objectief genoeg zijn).
Deze maatregelen creëren ook een risico op politisering van de procedure. Als de federale overheid namelijk van mening is dat een gemeente te gunstig is voor personen van buitenlandse afkomst, kan deze gemeente worden gestraft en onder toezicht worden geplaatst door federale instanties. Dit stimuleert een klimaat van angst en controle.
De centralisatie van macht (in dit geval door de federale overheid) is één van de kenmerken van autoritaire en niet-democratische regimes.
Hun boodschap: “Onze regels moeten overal gevolgd worden”
Ons antwoord: decentralisatie van de macht van de staat, en vervolgens helemaal geen macht meer voor de staat!
Laten we onze ogen niet sluiten voor toenemend fascisme en geïnstitutionaliseerd racisme, in België en elders!
NIEMAND IS ILLEGAAL
NEE TEGEN OPSLUITING
NEE TEGEN GRENZEN
NEE TEGEN UITZETTINGEN
PAPIEREN VOOR IEDEREEN
VRIJHEID VOOR IEDEREEN
Volledige analyse:
1/ Opvang
2/ Verblijf
3/ Asiel
4/ Detentie & terugkeer


